Shootingsports.nl gaat over 10 meter luchtgeweer.

Luchtgeweer
10 meter luchtgeweer vrijstaand is een van de vele disciplines van de International Shooting Sports Federation (ISSF)
Geschoten word over een afstand van 10 meter vanuit een niet-ondersteunde staande positie met een 4,5 mm (0,177 in) kaliber en een maximaal geweer gewicht van 5,5 kg.
Deze discipline wordt geschoten door zowel mannen als vrouwen in competities van clubniveau tot de Olympische Spelen.
Deze match-sportgeweren gebruiken perslucht om de pellet naar het doel te schieten.
De perslucht cartridges die aan het geweer zitten hebben een druk van maximaal 300 bar.
Je kunt met een volledige vulling een paar 100 schoten afgeven.
Op de cartridge zit een drukmeter waarop je kunt aflezen hoe groot de huidige druk is.
Het vullen word gedaan d.m.v. een vul adapter die op een lucht-drukfles (die brandweer en duikers ook gebruiken) word geschroefd, vervolgens word de druk cartridge op de adapter geschroefd, dit alles handvast.
vervolgens word de afsluiter van de drukfles langzaam open gedraaid waardoor de druk in de cartridge oploopt.

Schietkleding
Het gebruik van speciale kleding is toegestaan ​​om de stabiliteit van de schietpositie te verbeteren en chronische  rugklachten te voorkomen die kan worden veroorzaakt door de asymmetrische offsetbelasting op de wervelkolom wanneer het geweer in positie wordt gehouden.
10 meter luchtgeweer is een van de door de ISSF georganiseerde schietevenementen die deel uitmaken van de Olympische Spelen.

Foto links: Peter Hellenbrand in training bij KSG Aken.

Wedstrijd
Het inschieten (preparation and sighting time) word gevolgd door 60 wedstrijdschoten, deze 60 schoten moeten binnen 75 minuten geschoten zijn.
De beste acht schutters (plaats 1 t/m 8) die de hoogste score behaald hebben schieten op een ander tijdstip een finale waarbij de scores van de voorrondes niet worden meegenomen.
In de finale worden 2 series van 5 schoten gedaan, voor elke serie heeft men 250 seconden tijd.
Na de 2 series volgt 2 schoten op commando van elk 50 seconden.
Hierna valt de schutter die op de 8ste plaats staat af, vervolgens gaat deze cyclus van 2 schoten door totdat de winnaar bekend is.
Vanaf de derde tot de eerste plaats worden medailles
verdiend respectievelijk brons, zilver en goud.

De score
H
et maximum van 10,9 is afgeleid van een extra set van 10 ringen in de middelste 10-puntscirkel, en neemt toe met 0,1 puntswaarde naarmate de ringen het midden van het doel naderen.
De 10 ring (puntje in het midden van de schijf) is 0,5mm groot en de ringen zelf zijn 2.5mm breed, dus 1/10 punt in de score meer of minder is 0,25mm op de schijf.
De belangrijkste competities zijn de Olympische Spelen om de vier jaar en de wereldkampioenschappen.
In veel clubs en en kampioenschappen worden nu elektronische doelen gebruikt in plaats van de traditionele papieren doelen.
Voor de 10 meter luchtbuks en luchtpistool worden de disciplines match diablo kogeltjes gebruikt.
Deze pellets hebben een (bijna) vlakke voorkant, waardoor er schone ronde gaten in papieren doelen achterblijven.
   foto van de score monitor en het meetsysteem
Dit heeft weer als voordeel dat de scores beter gemeten kunnen worden.
Bij elektronisch gemeten scores is dit probleem natuurlijk niet aan de orde.
Match pellets worden aangeboden in blikjes en uitgebreidere verpakkingen die vervorming en andere schade vermijden die hun uniformiteit zouden kunnen aantasten.
Er worden zelfs verschillende merken/batches pellets getest in combinatie met het gebruikte geweer, zodoende krijgt men de optimale munitie met de minste afwijking zodat het score resultaat optimaal is.
Welke munitie voor het ene geweer optimaal is, is weer voor een ander geweer het tegenovergestelde, zelfs als het geweertype hetzelfde is.

De voortstuwing
Er zijn, zowel voor luchtpistolen als luchtgeweren, verschillende technieken om de kogel door middel van luchtdruk met voldoende snelheid naar buiten te duwen. De snelheid waarmee de kogel de loop verlaat (ook wel mondingssnelheid genoemd) wordt voor het grootste deel beïnvloed door de druk die in het voortstuwingssysteem wordt opgebouwd. Daarvoor bestaan grofweg twee soorten technieken: veerdruksystemen en gasdruksystemen.

Gasdruk
Luchtgeweren die op gasdruk werken, zijn weer onder te verdelen in exemplaren waarbij er een vast of afneembaar gasreservoir (met perslucht of CO2 onder hoge druk) in het wapen zit en wapens waarbij de gasdruk voor elk schot afzonderlijk door de schutter wordt opgebouwd. Tot de laatste categorie behoren de luchtgeweren met een spanhendel aan de zijkant, waarmee de druk in één slag wordt opgebouwd, en de zogenaamde pompbuksen, waarbij de schutter meerdere pompslagen (soms wel 20) kan gebruiken om druk op te bouwen.
Bij het overhalen van de trekker wordt een ventiel geopend, waarbij een afgepaste hoeveelheid gas wordt vrijgelaten. Een voordeel van het gasdruksysteem is de veel vriendelijkere mechanische reactie bij het vuren (er is bij een goed afgesteld pistool of geweer nauwelijks merkbare terugslag). Nadelen zijn de duurdere constructie (er worden hogere eisen gesteld aan de afdichting, en het werken met drukniveaus tot soms 300 bar in het reservoir kan een veiligheidsrisico inhouden en de daardoor veel hogere prijs.

De loop
De reikwijdte en precisie van het luchtgeweer worden daarnaast ook beïnvloed door de lengte en kwaliteit van de loop. De goedkopere luchtgeweren, waarbij de drukveer wordt gespannen door de loop omlaag te knikken, boeten aan precisie in doordat de loop geen vast onderdeel van het systeem uitmaakt. Door het knikmechanisme ontstaat altijd wat speling (hoe klein ook), maar bij sommige merken zoals weihrauch is het mogelijk dit weer strakker te draaien om deze speling te corrigeren. Luchtgeweren met een vaste loop kennen dit nadeel niet. De binnenkant van de loop heeft meestal - net als bij de meeste vuurwapens - spiraalvormige groeven. De diep gelegen gedeelten noemen we trekken, de hoger gelegen gedeelten noemen we velden. Trekken en velden zorgen voor rotatie van het kogeltje om zijn lengte-as. Daardoor volgt het kogeltje een stabielere baan. Met name bij goedkope wapens kunnen de groeven ontbreken.

Het projectiel
De energie die door middel van luchtdruk kan worden overgebracht op het projectiel, is bij luchtdrukwapens veel kleiner dan bij vuurwapens. Daarom moet het projectiel (het kogeltje of "pellet") relatief licht zijn. Het meest gebruikte projectiel is een kogeltje in de vorm van een diabolo.
De achterkant van het kogeltje is hol, zodat de luchtdruk de rand van het kogeltje goed in de trekken en velden duwt. De holle achterkant van de pellet is bovendien lichter dan de volle voorkant, waardoor de noodzakelijke "drag" ontstaat die de stabiliteit tijdens de vlucht helpt garanderen, samen met het gyroscopisch effect van de door de getrokken loop veroorzaakte draaiende beweging.
Diabolo-kogeltjes worden ook gebruikt voor de wedstrijdsport. In de olympische discipline is uitsluitend de diabolo in het kaliber (diameter) .177 (4,5 mm) toegestaan in de versie "wadcutter". Dat is een diabolo met een vlak front die een perfect rond gaatje in de wedstrijdkaart ponst, zodat de uitlezing van de score zonder discussies verloopt. Bij twijfel gebruikt de jury een kaliber (instrument) van exact 4,5 mm om de afmeting en de begrenzing van het in de kaart geslagen gaatje te controleren.

Het kaliber van het kogeltje moet goed zijn afgestemd op de diameter van de loop. Hier kunnen per loop kleine variaties in voorkomen. Daarom zijn er voor de